Aan al die kleine, onbeleefde, irritante jongetjes op de bus:
Wees minder klein, wees minder onbeleefd, wees minder irritant en vooral:
Ga minder met de bus.
Volgende week moet ik naar het Medisch Onderzoek. Ik haat het Medisch Onderzoek. Ik haat de weegschalen (ik hóéf helemaal niet te weten hoeveel ik weeg), de glurende jongens, de spuitjes en de dokter die heel geinteresseerd naar mijn borsten zit te staren ("en buig nu nog eens voorover").
Ik hoop dat we niet op een potje moeten plassen. Dan ga ik gillen.
Straks komt de familie om 'gezellig samen te zijn'... Ik weet nu al hoe het gaat zijn: 'Amai, Leen, gij zijt groot geworden.' (Ik ben vorig jaar misschien 5 centimeter gegroeid), ' 't Is nen echte puber, he?' (Grmbll.) en 'G'ebt zo'n schoon rokske aan.' (ook al vinden ze het oerlelijk). Ik haat gedwongen gezelligheidsfeestjes met de familie en de clichézinnetjes die er bij lijken te horen.
Gelukkig is er taart. En cadeautjes.